donderdag 30 juni 2016

De plantage: het veld, de dorpjes, het ziekenhuis

Vandaag de volgende werkdag voor Joris, een volgende rustdag voor mij.
Het viel me wat zwaar vanmorgen. En dan meteen bekruipt je een schuldgevoel, hoe leven de hier, en ik maak me druk over me vervelen.
Joris moet eerst langs de chef passeren. Hij moet toelating geven of we op uitstap mogen.
Na wat onderhandelen is het in orde. Jude zal ons vergezellen, we moeten hem dan betalen, uiteraard!
Terug onderweg naar de rubberverwerkingsfabriek, vraagt Joris of Jude nog plannen heeft. Hij moet wachten op Joris, en hem dan terugbrengen. Wil Jude dan niet met mij op trip doorheen heel het gebied van de plantage gaan. Ook daar moet Joris toestemming voor gaan vragen. Deze keer aan de chef van Jude.
Het is ok, 30 min later pikt Jude me op aan Lake Ossa.
En weg zijn we, voor de hele voormiddag. Dankjewel lief om dit te regelen terwijl jij daar in daar in die stinkende fabriek moet werken.

We starten bij de rubberbomen. De 'chief' legt me het werk op het veld uit.
De 'workers' kerven de rubberbomen op een bepaalde manier. Zo komt het witte sap vrij. Dat loopt in een potje, zo boom na boom, de hele dag lang, vandaag in de gietende regen.
Ik vraag of ik een foto mag nemen. 'Tuurlijk' zegt de chief. 'Het zijn workers' precies alsof het iets anders is dan mensen. Ik krijg een krop in m'n keel. Ik lach vriendelijk, maar de ogen van de man staan angstig. De chief, die uiterst vriendelijk is tegen mij, brult dat de worker moet voortdoen.
Op de eerste foto zie je hoe de bomen worden ingekerfd. Op de volgende foto zie je de rubber in het potje lopen.
Na een dag of 3 is de melk samengeklit en worden de gevulde potjes geledigd, verzameld en naar de fabriek gebracht waar het verwerkingsproces start.
En het kerven herbegint, een heel jaar door.
De rubberbomen gaan 38 jaar mee. Daarna worden de omgehakt, verbrand! en komen er nieuwe.
Zo zijn er velden en velden van verschillende hoogtes.
Op de 5de foto zijn ze net gepland.

Van de rubberplantage naar de palmbomen. De vruchten worden er met een lange stok uitgesneden. Hier bestaat een echte opleiding om palmvruchten snijder te worden. Je start met een stok aan de kleine palmpjes, als je daar expert in bent, ga je steeds hoger, tot je aan de hoogte bent van 14min. Ik heb een knap filmpje hoe een expert aan het werk is, ik zal het thuis moeten uploaden, dat lukt hier niet.

We passeren op onze weg ook heel wat dorpjes. Elk dorpje is op dezelfde manier gebouwd.
Een waterreservoir, een school, een kerk, een voetbalveld, een ehbo post, een club.
Er is een centraal plein, waar afgesloten een tv staat, waar ze 's avonds kunnen gaan kijken.
De mensen geven aan dat er heel weinig te doen is.
De 6de foto is de school. Daaronder vind je het tv plein met daaropvolgend het dorpje.
De huisjes meestal van hout en leem, hebben geen ramen en geen vloer, gewoon aarde.
Vrouwen en kinderen zitten te zitten voor hun hutje. Er is veel verveling vertelt Jude.
Na het werk komen de 'workers' samen in de club, ook een foto en drinken er samen palmwijn.
Deze halen ze uit de omgehakte palmen die ze inkerven en het sap opvangen.

Op zondag komen ze samen aan het meer, kopen verse vis en bakken die meteen.
Jude houdt van zondag, vertrouwt hij me toe.
Er komt net een visser aan die zijn vangst fier laat zien.

Jude vraagt wat ik doe van werk, als ik vertel dat ik vroedvrouw ben, gaat hij met mij ook naar het ziekenhuis.

Daarna gaan we Joris ophalen en rijden we terug naar Lac Ossa voor het middagmaal.




























Geen opmerkingen:

Een reactie posten