donderdag 9 juli 2015

Kamperen met de gróte K

OKamperen is een mooie zomersport waar van je steeds weer vrolijk wordt...


Al jaren kamperen we, maar de laatste jaren vonden we niet meer wat voor ons kamperen was.
Overvolle campings, campings met een bordje 'complet', tent tegen tent staan zodat je je buur zelfs hoort ademen... Nee op die manier hoefde kamperen niet meer. Nu hoor ik al velen denken, reserveer dan gewoon een plekje,maar dat is helemaal niet onze manier van reizen. Wij willen kunnen rondkijken of het ons aanstaat, ervaren of het ook werkelijk zo is, en dan beslissen of het de moeite is om enkele dagen te blijven of weer te vertrekken. 

Dit jaar begon onze vakantie met een weekje begin juli, eigenlijk net vóór het hoog seizoen. We gingen onze manier van kamperen nog eens proberen.

De grote tent op pré-pensioen en twee kleine 2 seconds- tentjes in ons karretje.
Na ons inpakavontuur (zie twee blogs terug) op zondagnamiddag vertrokken. Ons avontuur kon beginnen.

Kamperen met de gróte K is:

Zonder planning en zonder te weten waar we die nacht zouden slapen vertrekken.
Om 22u een camping binnenrijden en een plekje in een veld kunnen kiezen.
Een muntje met 6 minuten tijd om met 2 te douchen, waar dan nog tijd van over bleef.
Maar 19,50 euro moeten betalen voor een overnachting met 5 personen.
Een stop bij een Franse bakker waar ze het papier zo heerlijk rond de baguetten draaien.

Een nog bijna verlaten camping, waar we een plekje konden kiezen, uiteraard helemaal achteraan aan een beekje. 
De kleine toevalligheid dat er een zwembad mét waterglijbaan was zonder volk.


De zoektocht naar campinggaz en de vriendelijke eigenaar waar we een bidon van mochten gebruiken wegens niet gevonden. 
Telkens 150 meter wandelen om naar de wc te gaan, groenten te wassen en teruggaan omdat je de vuilbak was vergeten mee te nemen.
Wakker worden van de zon die op je snoet straalt.
Na een laatste duik toch nog doorgaan naar een volgende plek.
Om te eindigen onder een oude eik, met een prachtig zicht over de vallei.



... en een dutje onder de oude eik...



Via Ferrata




Dit jaar eens iets anders dan wandelen op vakantie. Initiatie via ferrata en canyoning. De kids keken er al weken naar uit. Materiaal werd aangekocht, drie wetsuits voor kinderen en neopreen sokjes (super schattig in maatje 29).
Kindvriendelijke routes werden opgezocht. We starten ons avontuur met via ferrata in de vogezen. 
Vroeger kon het niet 'très difficile' genoeg zijn, nu kozen we voor een facile-variant, met een klein stukje assez difficile.

Goede voorbereiding is het belangrijkste deel, naast iedereen een via ferrata set waren we verbonden aan een klimtouw.
Joris op kop, ik achteraan en de kinderen ertussen. 

Materiaalcheck en naar boven!
We zochten naar een via ferrata met een korte aanloop, slechts 5 min tot aan de start. Samen naar boven, zorgde voor de nodige: wacht op mij, niet te snel,volgen, niet zo traag, ik wil verder,...
Toch konden we na enkele minuten aan het avontuur beginnen.

Voor Vic was het al zijn 2 de via ferrata, het was duidelijk te zien dat hij zijn angst overwonnen had. Sam klom ook vlotjes naar boven. Al snel hadden we door dat voor Vic rn Sam het touw meer hinderde dan wat anders. Eens 'vrij' waren ook de achtergrond strubbelingen verdwenen. De volgorde Joris met Bas op kop, Sam er vlak achteraan met Vic in haar kielzogen  ik die de rij eindigde, werkte perfect!


Ladders, brugjes en balken werden overwonnen. 
Zo'n avontuur had Bas nog nooit meegemaakt!
Toen moesten we kiezen, iets moeilijker (lees spectaculair voor een 5-jarige, maar dat wisten we natuurlijk niet op voorhand) 
Vic en Sam hadden het virus te pakken en kozen voor het moeilijkere stuk, Het avontuur deed Bas zwichten. 
Vasthangend aan Joris geraakte hij tot aan een smalle balk. Met de nodige finesse volgende Sam en Vic heel behendig. Als ik zelf het stukje passeerde, vond ik toch dat het niet simpel was. 

Nog een beetje zoeken voor de retour,en dan weer naar de parking.

Een ijsje en zwemmen hadden ze alledrie verdiend.

woensdag 8 juli 2015

In de sjakoch


Vakantie is een tijd van reizen en voor ons is dat kamperen. Inpakken om te kamperen is net dat tikkeltje meer dan wanneer je vliegt naar een hotel.
Alles echt alles moet mee. Van luchtmatrassen en slaapzakken tot kookpotten, vuurtje, bestek, een wasdraad en een kom om de afwas in te doen.
Al jaren is er een nooit afgesproken regel rond dat inpakken. Ik ben verantwoordelijk voor kleding voor 5 personen, de toiletzakken, ehbo en papieren. Joris zorgt voor de tent, al het kampeergerief, het klimgerief, dit jaar ook via ferrata gerief en óók nieuw het canyoninggerief. 
We werken zonder lijstjes, en dat werkt perfect, de lijstjes zitten in ons hoofd.
Dat alles moet in de auto en kleine kar. Het past op één manier en dat puzzelen is ook al jaren, Joris zijn taak.

Als je werkt zonder lijstjes, schiet er last-minute nog vanalles door je hoofd dat nog zéker mee moet. We polsen regelmatig bij elkaar: 'schat heb je de borden mee?' Of 'Lief, dacht je aan een broodmes?' Zo geraakt uiteindelijk alles mee. Die laatste vragen worden pas gesteld als al de rest al in de auto zit, de bijna vergeten spullen moeten ook nog een plekje krijgen. 'Waar mag dat broodmes?' 'Waar mag mijn scheermes?' 'Waar mag de zonnecrème ?' Mijn antwoord is dan altijd: 'steek maar in mijn sjakoch'. Telkens op opnieuw zit de sjakoch overvol, deze keer vond ik er een broodmes, een scheermes, slippers, een fleece, zonnecrème, oordopjes, gsmladers, een kaartlezer (3 mee in totaal), een nagelknipper en nog veel meer in.

Ons moemoe had vroeger naar het schijnt ook zo'n sjakoch, zit het enkel in de familie of zijn er nog gezinnen met zo'n sjakoch?